travelnotes.reismee.nl

De feestdagen

Al lang voordat er ook nog maar een kerstlichtje brandde was het kerstplan al gemaakt. Wij zouden met z’n vieren richting Santa Cruz vertrekken om ons daar te voegen bij Eder & Betina’s families. Eenmaal daar zouden we ons te goed doen aan een geweldig kerstdiner en vast ook nog een bbq of 3.

En toen brak de ochtend van 23 december aan


Au!

Blaasontsteking.

Nou zijn ze hier in Brazilie nogal van de pillen. En nadat ik Eder het nieuws verteld had, kreeg ik verhalen over de Eerste Hulp, onderzoeken en urologen! Huuuh! Wat is er mis met gewoon je plasje inleveren?

Dus ik besloot het maar gewoon uit te zitten. Maar omdat ‘zitten’ (op de wc welteverstaan) in dit geval ook de juiste woordkeus is, stond het hele familiebezoek me opeens stukken minder aan. Om nou bij een ander dertig keer per dag naar de wc te wandelen met je chaggerijnige hoofd. ;)

Dus Roel en ik bleven thuis (lees: in Porto Alegere). Ik was er klaar voor om met liters water het hele gebeuren te lijf te gaan, zeker nadat er gedreigd was met de Eerste Hulp en urologen.

Op de dag van kerstavond is Roel naar de supermarkt gegaan en heel kerstig een pizza gekocht. Daarnaast ook nog een hele berg aan rood en blauw fruit, maar helaas geen cranberries. En een pot augurken, hé Deb. ;)

Vervolgens hebben we er een Oud Hollandsche kerstavond van gemaakt met Serious Request en Flappie. Helaas konden we niet gourmetten (in Brazilie kennen ze alleen grote stukken vlees), maar doordat de airco aanstond was het toch nog een beetje frisjes. Voor de sneeuw konden we helaas niks verzinnen aangezien het 30+ graden is.

Toen we ’s avonds eenmaal in bed lagen begon het wel gezellig te stormen. En dan storm in de tropische versie, dus die gaat nog een stukje harder. Toen ik eindelijk sliep (na de buikpijn overmeesterd te hebben met wat ibuprofen) voelde ik opeens een druppel



Op mijn been. De tropische storm was zich vakkundig een weg door het plafond aan het banen. Recht op mijn been. Zo stonden we dus op kerstnacht de pannen uit de keukenkastjes te trekken.

Op tweede kerstdag ging het beter, dus we zijn vol goede moed richting het strand vertrokken. Twee heerlijke dagen aan zee gehad. Warm water en fatsoenlijke golven. Dus we hebben ons prima vermaakt, mede dankzij de mevrouw naast ons die vriendelijk aanbood om op onze spullen te passen terwijl wij ons als kleuters de golven in lieten storten. Alle horrorverhalen over Brazilie ten spijt, wij zijn echt zoveel aardige mensen tegengekomen. Het voordeel van het verblijven in een niet-toeristisch gebied (iedereen wil met de vreemde “Europeanen” praten).

Helaas deed het water drinken niet wat het moest doen en met een 14 uur durende busrit in het vooruitzicht besloten we op 30 december toch maar weer richting Porto Alegre te vertrekken. Daar mocht ik, bij het ontbreken van huisartsen, alsnog naar de uroloog. Het vraaggesprek ging ongeveer zo:

Uroloog: Waar heb je last van?

Laura: Ik heb blaasontsteking.

U: Heb je ook pijn?

L: Ja een beetje.

U: Drink je genoeg water?

L: Litertje of 5 ĂĄ 6.

U: Woon je in de buurt van Amsterdam?

L: ??? Uuuhm? Nee?

Blijkbaar was het consult over en gingen we nu over op koetjes en kalfjes, maar dat kwartje viel pas héél laat bij mij. J

Nadat Eder nog even de secretaresse overgehaald (lees: bedreigd) had om wat officieel papierwerk (voor de verzekering) te regelen, stonden we met recept en heel wat Braziliaanse Reais armer weer buiten. Antibiotica opgehaald en weer terug naar huis.

We hadden besloten om toch maar weer een paar dagen in Porto Alegre te blijven. En wederom een feestdag met z’n tweeen door te brengen. In dit geval vonden we dit niet zo erg. Er waren wat feestjes waarvan we nog niet zo goed wisten wat we er van moesten vinden. Dus de achtste verdieping met uitzicht over de stad, leek ons prima.

Oudjaarsdag flink wat lekkers ingeslagen. Geprobeerd het gebrek aan oliebollen te vergeten. Niet helemaal gelukt. Om 21:00 stilletjes het Nederlandse nieuwjaar gevierd en daarna gewacht totdat wij ook aan de beurt waren.

Voor wat betreft het uitzicht op het vuurwerk vanaf ons penthouse: Het uitzicht is prachtig. We hebben vooral veel gebrek aan vuurwerk gezien. Er waren welgeteld maximaal vijf plaatsen waar er wat werd afgestoken. En onze straat was leeg. Het was een ervaring zeg maar. Roel met zijn miniflesje champagne en ik met mijn flesje nepchampagne, die luisterde naar de naam “Dushi” (hij smaakte ook erg dushi!) :O 1 januari (zonder kater) weer richting het strand voor een nachtje, want er moest nog afscheid worden genomen.

Al weken zo niet maanden worden we gewaarschuwd voor de onmenselijke temperaturen. Nou was het toevallig de eerste dag dat we er waren (begin november) een graad of 36, maar heel veel warmer hebben we het niet zien worden en al met al was het goed te doen. Maar toch kwamen de doemverhalen, december zou zo verschrikkelijk zijn dat je havaianas spontaan aan het asfalt zouden smelten. Nou weten we hoe dat afliep na onze zonloze strandtrip. Dus toen december warm was, maar zeker nog goed uit te houden, werden we gewaarschuwd voor januari. Januari zou zo verschrikkelijk zijn dat je havaianas van je voeten zouden wegbranden met verbrandde voetzolen tot gevolg!

Je begrijpt we zaten wat angstig in de bus. Zouden we genoeg hebben aan drie flessen zonnebrandcreme en zou factor 30 wel genoeg zijn? Eenmaal daar aangekomen direct naar het strand gegaan, want de zeewind en –water zou ons daar nog wel enige verkoeling bieden.

Vervolgens heb ik twee dagen onder een parasol en twee grote strandhanddoeken liggen kleumen! Op dag twee werden we zelfs weggejaagd door een kleine storm en toen we later die middag een (veeeeels te groot) ijsje gingen halen werden we op de terugweg zeiknat geregend. De temperatuur was op dat moment 21 graden. Dat is, nu de sneeuw gesmolten is, zo’n 10 tot 15 graden warmer dan in NL of zo? Nou boehoe, we waren niet onder de indruk!

Natuurlijk worden we nu gewaarschuwd voor de tweede helft van januari (zo warm dat de knopen van je broek littekens in je huid branden) en februari (ik gok dat er dan een negatief reisadvies wordt afgegeven voor Brazilie). Maar goed, we mogen niet zeuren, want wij hebben vorig jaar tegen diezelfde Brazilianen verteld dat het in Nederland noooooit sneeuwde en die arme latino’s stonden toen tot hun knieĂ«n in de sneeuw op de Dam.

Voor wat betreft de rest van de maanden, we zullen het nooit weten. Want onze Porto-Alegre-en-omgeving-trip zit erop. Na twee maanden hier gewoond te hebben zijn we toe aan iets anders, maar is het tegelijkertijd ook een beetje verdrietig om afscheid te nemen. En zijn we heel dankbaar voor zoveel gastvrijheid die we waarschijnlijk nooit kunnen gaan terugbetalen (niemand trekt vrijwillig twee maanden bij mij in).

En inmiddels zijn we al weer heel ver weg. Gisteravond zijn we om 19:00 met de nachtbus gegaan en vanochtend kwamen we iets na 09:00 aan. Het was een ervaring, waar er vast nog meer van gaan komen, maar het was te doen. We hadden genoeg te eten mee (je zult maar honger krijgen). En met een luisterboek kom je al een heel end. Het meegenomen puzzelboekje was niet zo’n succes, gezien de rijstijl van de Zuid-Amerikanen. Dat gezegd hebbende: Ik haat Haat HAAT buswc’s! *ril*

Natuurlijk zijn busstoelen nooit ruim genoeg wanneer je ruim 1.90 bent, maar over het algemeen viel er goed in te slapen. Ok, ik ietsje beter dan Roel (die heeft 2,5 uur van de 14 geslapen). Dus ik denk dat we officieel kunnen zeggen dat we hier nog niet te oud voor zijn (maar wel een recovery-dag nodig hebben!).

Op dit moment zijn we aan het uitpuffen bij ons hostel en plannen aan het maken voor de komende dagen (Iguazu waterfalls, Itaipu dam, drielandenpunt Argentinie, Brazilie, Paraguay) dus voorlopig vermaken we ons hier nog wel even. Dat gezegd hebbende. Jamiroquai roept vanuit de lounge-area, dus ik duik nu maar eens het zwembad in!

European trip

Na het seminar was er nog een klein groepje Europeanen over (wij, JB de Zweed en Tanja Noors-Zwitsers?) en met de komst van JB’s vrouw (Zweeds, maar met onvervalst Nederlands sarcasme) was de groep compleet.

Het plan was eerst om naar Iguazu te gaan, maar een busrit van 14 uur blijkt voor veel mensen toch een dealbreaker (amateurs!) Dus moest het iets anders natuurlijks zijn. Misschien een andere waterval? En daarna nog iets van een mooi strand?

Gelukkig hadden we een persoonlijke reaisadviseuse die al deze dingen wel kon regelen. Wanneer onze persoonlijke reisadviseuse niet druk bezig is met het boeken van onze tripjes en hotels is ze ook nog de persoonlijke reisadviseuse van de trainer van het Nationale Braziliaanse elftal. Dat jullie even een beeld krijgen van de deskundigheid en zo (en na eerst een wat “duurer” hotel voor ons geregeld te hebben, bleek ze later ook goed te zijn in het goedkopere-backpack-segment).

Eerst gingen we twee nachten naar Cambara do Sul om van daaruit twee dagtochten te maken. Cambara do Sul is vooral heel leuk omdat er (vrijwel) nooit Europeanen komen, dus die mensen waren meer dan blij om ons te zien. En wij ook. In de drogist kon het meisje achter de kassa er niet over uit dat we uit Europa kwamen en wist ze trots te melden dat ze d’r Engels van de televisie leerde (Friends). Het achtjarige jongetje op het busstation was minstens net zo praatgraag. Hij wilde ons laten geloven dat hij zijn Engels op school geleerd had, maar ik denk dat al zijn klasgenootjes niet zo goed hadden opgelet want zij spraken geen woord Engels. Een waar mysterie. Daarnaast was er de schattige, doch professionele kerstmarkt waar Tanja bijna vakkundig een papiermachĂ© paard ombracht door er bovenop te gaan zitten voor het ultieme Kodakmoment. Dat dit niet zo soepel meer ging was grotendeels de schuld van de caipirinha’s die voor minder dan €2,- geserveerd werden bij de goddelijke pizza’s. We sliepen in drie schattige minihuisjes die uitzicht boden op een landelijk Braziliaans tafereel (wat de rijkere Brazilianen “Favellas” zouden noemen, amateurs).

Maar we kwamen om te wandelen. Op dag één zouden we al meteen een leuke hike langs een waterval gaan maken en dag twee zouden we naar dé toeristische trekpleister gaan, de Braziliaanse Grand Canyon (wederom met een waterval trouwens).

Bij aankomst een snelle lunch (Pastel met vlieg) en daarna in de 4X4. Jammer dat er geen plaats was voor iedereen dus er moest iemand achterin op het zogenaamde strafbankje. Dat werd Maria-The-World-Is-Made-For-Me ;) en de terugrit was voor mij, hopelijk niet alvast een voorproefje van verdere ritjes, want wat een ellende was het.

Eenmaal aangekomen zijn we eerst een stuk door een weiland gelopen, maar al snel waren we van steen naar steen aan het springen en voor we het wisten stonden we bovenop de waterval. De grootte was nog even onduidelijk want naar beneden spieken zou een val betekenen die iets meer zou eisen dan een wek-adviesje.

Dus vervolgden we onze tocht over steile, glibberige paadjes. Allemaal heel avontuurverantwoord. Eenmaal bovenaan staan we op een soort van grasveld met wat struikjes en zien we de waterval. Nou leek deze van boven al behoorlijk impressive, maar van een afstandje bleek hij toch nog een stukje groter en mooier. Daarnaast was er een prachtige canyon (Fortaleze) en hadden we een geweldig uitzicht.

Daarna zijn we nog naar het hoogste punt van de canyon gereden en nadat we daar eenmaal opgeklauterd waren werden we wederom getrakteerd op een prachtig uitzicht. We zaten in no time letterlijk met ons hoofd in de wolken. Deze stegen opeens zo snel op vanuit de canyon dat het wel een chemisch experiment leek.

Na deze geweldige dag, waren we benieuwd naar de volgende de dag; de beroemdere canyon: Itaimbezinho! Omdat deze trip verder eigenlijk niet zo bekend stond, moest dit wel helemaal geweldig zijn. Ik kan er veel woorden over vuil maken, maar geweldig was het dus niet.

Het probleem met toeristische trekpleisters is dat men graag wil dat zoveel mogelijk mensen deze kunnen bezoeken. En dat is natuurlijk hartstikke fijn. En ik gun iedere gehandicapte en bejaarde net zo’n geweldig uitzicht als mijzelf. En dat kregen ze ook. Want eenmaal op de plaats aangekomen (in de aanslag met muskietenspray en de bergschoenen tot aan je enkels strak gestrikt) bleek er vrij weinig te hiken. Een betegeld pad leidde ons in minder dan 20 minuten, naar een niet heel indrukwekkende waterval, die we van achter een hekje mochten bewonderen. Aan de andere kant hetzelfde verhaal en in beide gevallen waren we zeker niet de enige kijkers.

Na het hiken was het tijd voor het strand. Eerst even ‘langs’ “huis”. Wasje doen en de tas herinpakken en we waren klaar om te gaan. De trip naar Cambara was niet zo lang, maar de bussen waren redelijk slecht. Van die jaren ’80 herriedingen met leren zweetbekleding. Gelukkig konden de ramen open. Door diezelfde open ramen kon je je dan ook meteen naar buiten laten slingeren. De buschauffeurs hebben een onnatuurlijk vertrouwen in de rozenketting aan de achteruitkijkspiegel. En met God aan je zijde is het geen enkel probleem om met een noodvaart over de kronkelige bergwegen te gassen. En eerlijk is eerlijk, tijdens die rit werden we allemaal even religieus. Groot was toen ook de verrassing toen we de bus naar “Het Strand” zagen. Deze ruime geairconditioneerde bus was werkelijk prachtig.

We kwamen ’s avonds laat aan en zagen pas ’s ochtends goed waar we terecht waren gekomen. Alle toeristische strandoorden voorbij gereden en beland in een knus kustbaaitje met precies genoeg (voor Roel te veel) visrestaurantjes. Daarnaast stond het vol met vissersbootjes en was er een breed strand. En een mooie zee. En een grijze lucht.

De vierenhalve dag dat we op dit idyllische plaatsje waren hebben we zo’n 4 uurtjes zon gezien. Gelukkig was het wel warm en hebben we toch nog op het strand kunnen “schaduwen”. Maar verder hebben we ons vooral vermaakt met andere dingen.

Om te beginnen hebben we uiteraard veel gegeten. Vis voornamelijk (na alle vleesBBQ’s was dat wel even lekker) en we hebben ook genoten van de ijsbar. Daarnaast waren er veel verse vruchtensappeen. Top was de limoensap in het strandtentje waarbij de eigena(a)r(esse) (man of vrouw?) standaard met kapiteinspet op liep.

Op dag drie besloten Roel en ik op zoek te gaan naar een verborgen strand. Hoewel, verborgen. Het stond in de Lonely Planet. Maar het punt was dat het een anderhalf uur durende wandeling zou zijn, maar dat de golven het waard waren.

Uiteindelijk bleek het een pittige tocht over een berg heen te zijn. Het pad was smal, moeilijk begaanbaar en op plaatsen spekglad (zo had ik dus opeens een uitstekende tak in m’n nek hangen). Toch zagen we belachelijk veel surfers mĂ©t board voorbij komen, dus dan moest het wel de moeite waard zijn.

Nou dat was het ook. Prachtige baai met gruwelijke golven. En veel surfers dus. Helaas was het al laat, dus was het niet heel druk meer. Maar toch nog wat goede surfmoves gezien. Eenmaal terug bij ons huisje bleek ik onder de muggenbulten te zitten (Roel had daarentegen zoals altijd wanneer ik in de buurt ben maar 1 bult).

Dat huisje was trouwens ook een verhaal apart. Twee slaapkamers en een extra bed voor Tanja in de woonkamer. Ik kan er niet echt de vinger opleggen, maar het had een beetje een vreemde vibe (eerie). Het rook ook een beetje naar dode mensen en zo (en Maria’s kussen naar plas). Dus echt gezellig voelde het niet.

Gelukkig was er de laatste dag. Genoeg mogelijkheden om leven in ons doodse huisje te brengen. Want naast grijs was het ook nog koud en nat. Leuk zo’n tropisch oord. Dus hebben we de hele dag aan de keukentafel zitten kaarten en noodles gegeten. Behalve Roel, want die was de eerste helft ziek. Dengue (die ene bult!)!

Al met al was het toch heel gezellig en prima om even weg te zijn na al die weken in het drukke Porto Alegre en omgeving.

Death by BBQ

Worstjes, spiesjes, Calvé sausje, salade, al dan niet met pasta, stokbrood met kruidenboter, hier en daar een biertje en wat wijn, lekker weer, buiten. Hapje hier en een hapje daar, lekker van alles wat.

Dat is BBQen toch?

WRONG!

In Brasil hebben ze het hele barbecuegebeuren naar another level getild. De verbazing begon allemaal toen we bij binnenkomst bij Eder en Betina vol verbazing zagen hoe er een houten schot uit de muur werd getrokken. Hierachter bevond zich -jawel- de barbecue. Binnen. Bin-nen! Op de 8e verdieping notabene. Vergeet de schoorsteen, als Sinterklaas naar Brasil zou komen zouden de pieten zich door een doolhof van verkoolde barbecuerestanten moeten begeven.

Maar dit hele binnenbarbecuegebeuren (iedereen heeft er een in huis, het is tenslotte net zo essentieel als een wc) biedt veel mogelijkheden. Barbecuemogelijkheden welteverstaan.

In Brasil hoeven ze nooit te wachten of Piet Paulusmao het barbecueseizoen voor geopend verklaard. “Everyday is a BBQday!”

En dat hebben we geweten. De eerste 24 uur hadden we al twee BBQs verorberd en waren we nog razend enthousiast over het hele gebeuren. Maar de frequentie begint ons als Nederlanders (lees: drie keer per jaar een BBQ-kans) toch wel wat veel te worden. We BBQen namelijk mĂ­nstens Ă©Ă©n (of twee of drie) keer per week.

Brasilstyle! En dat gaat als volgt


Het begint allemaal met het inkopen van het vlees. Kilo’s en kilo’s vlees. Dat kan hier, want het kost geen drol. Vervolgens gaat dat op de BBQ op, tsja op wat eigenlijk? Spiezen dekt de lading niet dus laten we het voor het gemak zwaarden noemen. J

Er wordt begonnen met worstjes. En eenmaal gaar worden deze in plakjes en naast een bergje paneermeel(?) geserveerd. De gastheer komt zo’n 17 keer langs en je neemt bijna alle 17 keren een stukje omdat het: A, lekker is, en B, je denkt dat dit het wel zo’n beetje is.

WRONG!

Terwijl jij niksvermoedend worstjes aan het prikken bent ligt op de BBQ de rest van de kinderboerderij zachtjes op te warmen. En zo kan het dus gebeuren dat je als naieve Europeaan met een volle maag aan tafel gaat.

Ergens in een hoekje staat een tafel met wat salade in zulke hoeveelheden dat wanneer je twee plakjes tomaten opschept je ook de salade van twee anderen aan het eten bent. Later kwam ik er achter dat dat helemaal niet uitmaakt want niemand eet dat anyway.

Eenmaal aan tafel komt de gastheer wederom langs. De plakjes worst hebben plaatsgemaakt voor grote stukken vlees en beleefd neem je van alles wat. Bij elkaar opgeteld heb je een kleine kilo aan vlees op je bord liggen. Je prijst je gelukkig dat deze BBQs niet worden afgeleid door –hun inziens- futiele zaken als sausjes, broodjes en salades, want je begint je al af te vragen hoe je dit ooit naar binnen gaat werken.

Eenmaal bijna bij de laatste paar happen aangekomen staat de gastheer wederom aan je tafel met drie halve koeien. En jammer-de-bammer van die halve kinderboerderij die je zojuist naar binnen hebt pogen te werken, want “dít is echt het lekkerste stukje”. “DIt moet je gewoon proeven”. Weigeren is onbeleefd en vereist daarnaast ook een hard van steen want volwassen mannen kunnen kijken als puppy®s wanneer het gaat om hun gebroed. Gebraad, pardon.

Inmiddels hebben we het trucje door. Langzaam eten, niet al je kruid verschieten bij de worstjes. En hopen op het beste...

Oh ja, daarna is het dessert. Daar ga ik geen woorden aan vuil maken. Zie boven.

Om het eetgebeuren maar even op Ă©Ă©n hoop te gooien zal ik ook gelijk de AllYouCanEatBuffets (AYCE) behandelen. En het gebrek eraan in Nederland. En waarom dat zo is.

In Brasil doen ze niet moeilijk over het weggeven van eten. Je betaalt een bepaald bedrag (desnoods per kilo) en vervolgens snaai je van alles naar binnen. In Nederland is het bedrag vrijwel altijd wat aan de hoge kant en gaat het met name om Ă©Ă©n soort voedsel (denk aan onbeperkt SpareRibs of Mossels;) ), waar je naar verloop van tijd (eerder dan je denkt) wel vol van zit.

Het gezegde zegt het al: “verandering van spijs doet eten” dus Ă©Ă©n soort voedsel onbeperkt aanbieden is voor amateurs.

Dus zo waren we in een Mexicaanse AYCE al flink onder de indruk van de lange rij met eten die het mogelijk maakte om minstens 12 verschillende wraps en taco’s samen te stellen.

Maar stel je nou eens voor dat je daar na een tacootje of wat wel klaar mee bent? Dan is er altijd nog de immer rondwandelende bediening met zo’n 18 verschillende soorten quesedilla’s.

Het pizzarestaurant van vorige week overtrof dat nog een beetje. Midden in de ruimte stond een zeer uitgebreide salade- en fruitbuffet. Waar we uiteindelijk Ă©Ă©n stukje meloen van hebben genuttigd want je moest er naartoe lopen (lopen gaat wat lastiger sinds we 10 kilo zijn aangekomen). Veel makkelijker waren de pizza’s die elke minuut aan je tafel verschenen. You name it they’ve got it. Ook een; niet vier, niet vijf, niet zes, maar zeven-kazen-pizza. :p

Wanneer al dat hartige allemaal wat zwaar op de maag gaat liggen kun je moeiteloos overschakelen naar de zoete pizza’s. Chocola (bruine en witte), aardbeien, banaan. En er kwam er zelfs een met hagelslag voorbij! Na afloop kon je ons rollen.

Ook op de universiteit kan een AYCEgebeuren niet ontbreken en natuurlijk hebben we daar ook flink gebruik van gemaakt. In mijn geval: de sushibar geplunderd! :p Ik snap niet hoe mensen nog aan studeren toekomen daar.

Dit alles was waarschijnlijk nog niet zo’n probleem geweest, veel mensen kunnen dit allemaal prima aan. Wanneer we om ons heen keken zagen we de goede voorbeelden. Mensen die bij een AYCE rustig een hapje eten zonder over de grens te gaan.

Helaas zijn wij Nederlanders. Spaarders van suikerzakjes. Het enige land ter wereld waar er niet ge-re-filled wordt. Want wij kunnen dat niet aan. En natuurlijk wil je als wereldreiziger gezien worden als Nederlander en alle Laagsche-Landen-Gebruiken soepel van je af laten glijden. En dat lukt best: We kijken niet op van een graadje of dertig, drinken vrolijk de lokale drank mee en praten hier en daar wat Portugees. Helaas verdwijnt dit alles wanneer je een Nederlander bij een All You Can Eat buffet zet. Dan gaan de radertjes draaien. Want eenmaal betaald is alles gratis! Dus hoe gaan we dit aanpakken. Hoe gaan we zoveel mogelijk van al dit gratis eten verorberen.

En dan komt het moment dat je jezelf betrapt op de meest gruwelijke gedachte. Dat je tas vol zit met bikini’s, bergschoenen en muskietenspray, maar dat je Ă©Ă©n essentieel ding bent vergeten
 Tupperwaredoosjes.

Uiteindelijk bleek de oplossing deze plaatsen gewoon maar te vermijden (10 kilo aankomen is genoeg). En de BBQ’s voor lief te nemen


Porto Alegre

Geen Rio, geen Sao Paolo, geen Brasilia. Porto Alegre is niet de eerste keus wanneer het gaat om Braziliaanse steden. Maar Roel moet er een paar weken werken en we hebben er vrienden wonen.

Gastvrije vrienden is nogal een understatement, aangezien ze er geen probleem hebben om twee Nederlanders twee maanden te huisvesten (moet je eens proberen). En dan heb ik het nog niet eens over de Zweed die er ook nog een week of 5 zat.

Omdat ze bovenin in gebouw in een penthouse-appartement wonen genieten we vooral van het uitzicht. Porto Alegre zelf is leuk om een dagje door te slenteren, maar verder niet veel bijzonders, vooral veel verkeer.

Verder hebben de Brazilianen zich als doel gesteld om ons allemaal een handje en een ‘hug’ te geven. Na Ă©Ă©n week Porto Alegre (POA) had ik al zo’n 30 vreemde mensen geknuffeld, heel vreemd allemaal. Maar wel vriendelijk! Er waren ook veel uitnodigingen. We mochten bij iedereen komen eten, waarschijnlijk BBQen, maar daarover later meer.

We zijn veel weg geweest (ook daarover later meer) maar alles bij elkaar ook zeker een flink aantal weken hier geweest. En hoewel het niet avontuurlijk is, is het wel luxe: Eigen kamer en eigen badkamer. Airco (erg handig!). Goede internetverbinding. Binnen-BBQ (onmisbaar!) met uitzicht. Dat wordt nog wennen straks


Roel gebruikt de tijd hier om vooral veel te werken, zodat we straks wat meer kunnen focussen op reizen. Voor mij betekent het dat er veel tijd over blijft om te lezen. Omdat ik daar thuis veels te weinig tijd voor heb (neem) was dat wel een reisdoel. De boeken zijn een mix van gekocht en ®opgedoken® dus dat houdt het lekker divers (lees: soms zit er een ‘draak van een boek’ tussen). J

Daarnaast zijn we altijd een flink stuk van de dag kwijt met boodschappen doen. Alles gebeurt hier met de auto en er zit dus geen buurtsuper naast de deur. Na een eind gelopen te hebben, komen we in de supermarkt met Amerikaanse proporties waar we vervolgens een kwartier nodig hebben om uberhaupt van de ene naar de andere kant te komen. Wanneer je niet direct kan vinden wat je zoekt kun je daar zo ruim een half uur bij optellen. En natuurlijk zijn we elkaar ook wel eens kwijt en zijn we minutenlang op zoek naar de ander. ‘Never a dull moment in Bourbon Supermercado’.

Nu klinkt het misschien allemaal wat saai en weinig avontuurlijk. Maar de catch voor ons is toch wel echt dat we een blik krijgen in het ‘echte leven’, het leven van de (medium-)rijke Gaucho welteverstaan. We zitten niet in een hostel, maar bij mensen thuis. De restaurants waar we eten staan níet in de Lonely Planet. En andere reizigers? We hebben ze amper gezien. Een geweldige ervaring dus, zeker aangezien we hierna vast wel alle toeristische dingen gaan doen.

Stats Uruguay

‱ Hoogtepunt: Het was geweldig om zo intensief een nieuwe taal te leren in een stad die al snel als ‘thuis’ voelde. Punta del Diablo en Cabo Polonio, strand zoals strand bedoeld is (zonder veel fratsen dus). De pauzes op de talenschool waar we in elke denkbare taal met elkaar spraken, behalve in het Spaans (de leraren ten spijt).

‱ Dieptepunt: De door de Spaans school georganiseerde speurtocht door de stad (waar Roel wijselijk niet aan mee deed) waarbij ik de hele tijd het woord moest doen en de rest als lammetjes achter me aanliep of op mysterieuze wijze verdween. Uiteraard hebben we wel gewonnen.

‱ Must-see: Montevideo is misschien niet de eerste keus om te bezoeken, maar als je in de buurt bent mag je het eigenlijk niet missen. Het is een ontzettend leuke stad om gewoon te ‘zijn’. Niet veel fratsen, maar wel bomvol met leuke pleintjes, straatjes, parken en natuurlijk de Boulevard waar de Montevideanen graag gebruik van maken. En een grote plus is het gebrek aan toeristen. Je wordt simpelweg nergens lastig gevallen door mensen die je van alles willen aansmeren (ook omdat 98% van alle mensen in Uruguay “blank” is (maar niet blond)).

‱ Skip-it: Ga niet naar Punta del Este. Een strand met veel hoogbouw. Het mist elke vorm van charme, ja er is een strand, maar verder zijn er alleen maar winkels (niet van die gezellige) en vast veel uitgaansgelegenheden. Dus laat ik mezelf verbeteren
 Voor de Costa del Sol gangers onder ons: GAAN! Je vermaakt je vast prima!

‱ Hadden we maar: Niks eigenlijk. We hadden vast nog veel meer kunnen bekijken. Maar na 5 dagen per week studeren hadden we niet veel behoefte om elk weekend een lange trip te maken. En veel dingen kunnen we in andere landen ook nog doen, dus een beetje prioriteiten stellen af en toe.

‱ Leuke mensen: De meeste leerkrachten op de talenschool:

Claudia: Mijn juf gedurende zes weken. Met engelengeduld omdat ik vooral veel praatte maar grammaticaal een drama was. Ik bewonder iedereen die vier weken lang 15 uur per week Ă©Ă©n op Ă©Ă©n met mij wil praten, desnoods in een andere taal.

Gaston: De laatste meester van Roel (hij heeft er drie versleten). Vooral een groot fan van de youtube filmpjes met doldwaze Spaanse liedjes (Borracho pero con flores!). Zeker de meest lawaaierige van het stel, maar zelfs in het lokaal ernaast kon ik horen dat het gezellig was.

De mede-studenten:

Helen: Britse die met haar vriend twee jaar de wereld rond aan het reizen is. De grammatica had ze inmiddels opgegeven, maar dat weerhield haar niet om toch zoveel mogelijk Spaans te praten en zo per ongeluk haar (veel oudere) Uruguayaanse portier de liefde te verklaren.

Haar vriend Tony mag hier ook niet ontbreken. Gaf na twee weken de brui aan de lessen en leert zijn Spaans terwijl hij aan het vissen is. De twee samen bleken geweldige gespreks- (en bier!) partners te zijn, en kwamen met gelijkwaardige reisverhalen. Misschien dat we ze later nog ergens tegen komen.

Bill: De leraar uit Seattle die na maanden les nog steeds aan alle kanten door alle nieuwkomers werd ingehaald. Maar chapeau voor hem, want deze 60+er liet wel voor enkele maanden zijn familie achter om dit avontuur aan te gaan. Bill’s opschrijfboekje bevatte naam en kernwoorden van alle studenten die hij de afgelopen maanden ontmoet had en bleek meer dan eens heel handig. Daarnaast was hij een groot fan van de Dutch en in het bijzonder de Dutch Dress.

Yanna a.k.a. Dulce de Leche: Vers van de middelbare school om acht maanden Spaans te leren in Montevideo. Haar fascinatie voor eten in het algemeen en dulce de leche in het bijzonder nam gedurende de weken bizarre vormen aan.

Pascalle: Bezwangerd door een Uruguayaan waren lessen Spaans toch wel een must. Alleen met acht maanden zwanger de Spaanse verleden tijden stampen is toch niet de meest ideale combinatie.

Rita: 53 jaar en streetwise. Heeft de halve wereld gezien, maar is nog fit genoeg voor de andere helft. Weet de leukste kleine concerten te vinden en haar appartement was beeldig (met zeemeermin). Liep heel stoer Montevideo’s 10k.

‱ De Napoleon’s: Napoleon uiteraard. Het straatjongetje dat ons met stenen wilde bekogelen was ook niet zo aardig, maar vooral zielig. Daarnaast was Roel (en meerderen met hem) niet zo gecharmeerd van zijn tweede leraar.

‱ Dit nemen we mee: Een heleboel nieuwe Spaanse woorden en hopelijk ook alle grammatica.

‱ Vervoermiddel: Lopen, lopen, lopen. Vrijwel elke dag toch wel een kilometer of vier, met uitschieters naar 20 of 25. Voor langere afstanden de bus.

‱ Verrassendste item uit de supermarkt: De yoghurt en melk in zak was erg bijzonder. Elke ochtend weer lekker knoeien met wasknijpers.

‱ Culinair hoogtepunt: Empanada’s PUNT Taberna del Diablo had tig verschillende smaken, maar wij bleven redelijk trouw aan de kaas&olijven en de apfelstrudel. Delicious!

‱ Culinair dieptepunt: De ananas en druiven Mentos.

‱ Nederlandse zwakte: Elke donderdagavond stond de MacAir te laden zodat we geen moment van Expeditie Robinson hoefde te missen. En wegens slecht internet ging dat op slechte dagen in 25 korte stukjes. Maar de echte zwakte is natuurlijk dat bovenstaande ook voor Oh Oh Cherso geldt
 We gaan onze oudste dochter Gerrit noemen. ;)

‱ Min: Al op het vliegveld van Montevideo (dag 2) was ons rode kussentje (steun en toeverlaat tijdens de verschrikkelijke Iberia vlucht) verdwenen (hebben we waarschijnlijk zelf laten vallen). Enkele weken later was Roel’s thermosfles opeens verdwenen uit de keuken.

‱ Plus: De thermosfles is uiteraard vervangen (Roel + koffie = real love).

‱ Gelezen boeken: 3,5 (plus 2,5 Spaanse readers!)

Extremely loud and incredibly close, Jonathan Safran Foer

Keeper of the bride,

Tess Gerritsen Backpack,

Emily Barr Past Imperfect,

Julian Fellowes (eerste helft)

Vertrek Uruguay

Na zes weken Montevideo heb je tijd genoeg gehad om alles uit Montevideo te halen wat er in zit. Vrijdagmiddag zaten onze zes weken Spaanse les erop en kregen we een heus diploma. De laatste week hebben we op de valreep nog wat excursies gedaan. Het Palacio Legislativo (met een life-blik in de Eerste Kamer van Uruguay) en een uitkijk over de stad vanaf de 26e verdieping van een gebouw dat verdacht veel op de Burj al Arab lijkt.

Maar er is nog Ă©Ă©n ding wat we moeten doen voordat we Uruguay kunnen verlaten; de parilla in Mercado del Puerto. Mercado del Puerto lijkt nog het meest op een ouderwetse, grote stationshal. Inclusief de hoge plafonds, maar natuurlijk zonder de rails want dat eet zo ongemakkelijk.

Deze gigantische ruimte staat volgebouwd met meerdere levensgrote barbecues. Die elk plaats bieden aan zo’n vijf koeien en drie zogenaamde excuuspaprika’s. De omheining van de barbecues is een bar, waar de hongerige zeemannen eerste rang zitten te schransen. Verder zijn het vooral stoelen en tafels zo ver als het oog reikt.

Zaterdag is de dag om te gaan, want dan is het lekker druk (lees: met zes mensen vrijwel onmogelijk om een plaatsje te vinden). Maar onze Britse vrienden gingen doordeweeks (want: rustig), maar dan ligt je vlees wel erg lang op de barbecue op te warmen (lees: uit te drogen).

Zaterdag is dé dag om te gaan volgens de LP (want lekker druk en authentiek met alle zeelui) en dat doen wij dan natuurlijk ook braaf. Met vier van onze beste nieuwe vrienden, die ook wel zin hadden in een kilootje vlees gingen we rond lunchtijd richting Mercado del Puerto. Lunch is namelijk een prima moment om uitgebreid te gaan barbecuen wanneer je moet wachten op je avondeten tot een uurtje of 22h of 23h.

Er is natuurlijk geen plek. Want het zit bomvol met zeelui en ongetwijfeld de nodige LP-bezitters. De verschillende eigenaren doen hun best om ons (een groepje hongerige gringo’s) aan hun etablissement te verbinden. Het restaurant dat ons gratis onbeperkt uit pastic glaasjes een fles champagne (of zoiets) laat slobberen wint uiteraard.

Het vlees is goddelijk en vĂ©Ă©l (achteraf als voorbereiding op Brazilie), mijn stuk heeft de grote van een flinke reuzenvuist en ook op Roel’s bord liggen twee flinke stukken (waar je er in Nederland nog geen 1 van zou eten). Nog veel verrassender was de pasta met kaassaus van onze vegetarische schoolgenoot. Want hoewel ze met name verstand van vlees lijken te hebben, maken ze ook een niet te versmaden killerkaassaus.

Na deze lunch is alles van ons Montevdideolijstje afgestreept en houdt niets ons nog langer tegen om naar Brazilie te vertrekken


De laatste loodjes van Uruguay

Nadat ons ontzettend luie weekend zwart op wit stond voelden we ons vreemd genoeg geroepen om toch nog maar het een en ander te gaan ondernemen. Was het het feit dat het einde in zicht was of de verantwoordelijkheid om onze trouwe lezers wat beters voor te schotelen? Ik weet het niet. Maar actief waren we.

Het begon allemaal met een wandeling naar de pier. Vooralsnog had de wind ons steeds weggewaaid. Maar nu moest het er maar van komen en gingen we op de Rambla maar eens rechts in plaats van links. Dit gedeelte van de Rambla wordt duidelijk wat minder bewandeld maar biedt wel woonruimte aan vele zwervers. Sommigen hebben er een prachtig onderkomen weten te creëren en ik had zelfs een beetje ontzag voor de held die zich hoog en droog in een of andere toren/oven in de zee had genesteld, je kunt het slechter treffen.

Eenmaal op de pier, bleek deze een soort van optische illusie, want er leek geen einde aan te komen. Gelukkig was er een grote diversiteit aan vissers waardoor er genoeg te zien was. Eenmaal aan het einde van de pier werd er een gigantische vis gevangen (metertje of zo). Natuurlijk hebben we hier geen foto’s van want onze trip was een spontane actie. Om het goed te maken hebben we nog wel wat “Coloniaalse vissen” in het fotoboek gezet.

Donderdag gingen we met wat studenten en met een gids en wat studenten naar een “kasteel”. Het is haast zielig je te realiseren dat er echt maar zo weinig toeristische trekpleisters in Montevideo zijn. Om dit te compenseren was er een vrouw die toch ruim een uur wist te vertellen over de maker en geschiedenis van het kasteel. En helaas was dit zo’n veertig minuten te lang. Gelukkig werd ik gehinderd door mijn gebrek aan kennis van de Spaanse taal waardoor alleen de woorden: ‘zeven’, ‘alchemist’, ‘de letter H’ en ‘homo’ zijn blijven hangen. Wij waren nog het meest geïnteresseerd in de menukaart omdat er in het kasteel ook een ‘verrassend’ restaurant zat. Het kasteel mogen jullie zelf in het fotoboek bewonderen.

Daarna was er bier aan zee met een aantal medestudenten. Het leuke aan reizen is dat je je altijd in een ontzettend willekeurige groep bevindt. Je kunt je ‘vrienden’ op reis immers niet uitzoeken. Maar ik denk dat we het getroffen hebben want het was een leuke avond. Wat nog leuker was is dat wij veruit het jongste waren en dat ook veertigers, vijftigers en zestigers er gewoon voor een aantal maanden of jaren op uit gaan.

Van het weekend hadden we nog Ă©Ă©n ding te doen. The must-see: Colonia del Sacramento. Een koloniaals stadje wat je dus niet mag missen tijdens je verblijf in Uruguay. Om ons te straffen voor ons luie weekend (we waren uiteindelijk ook te lui om popcorn te maken) hadden de weergoden regen en een matige temperatuur voorspeld. Dus we besloten vrijdagavond -terwijl het met bakken naar beneden viel- om bij redelijk weer op de bonnefooi naar de busterminal te gaan.

Zaterdagochtend bleek dat de weergoden zelf ook wel houden van luie weekenden want het zonnetje straalde aan een blauwe hemel. Eenmaal bij het busstation konden we nog kaartjes krijgen voor de bus van 10 minuten later. De bussen in Uruguay zijn prima en tweeënhalf uur zijn goed te doen met boek, MP3-speler en uitzicht.

Colonia is een beeldig stadje maar ook een tourist-trap. Waar Montevideo geen toeristen heeft, troffen wij hier voor het eerst weer tweetalige menukaarten aan. Tweetalige menukaarten betekenen ook twee keer de prijs. En dus aten we twee handjes nachos met wat dip en gehakt voor €20,-. Bij de prijs inbegrepen zat overig wel de huishond die braaf op het stoepje de wacht hield met zijn ogen dicht.

Verder hebben we rondgelopen, foto’s gemaakt, ons verbaasd over de vele toeristen en ons bijna van de vuurtoren af laten blazen. Als je in de buurt bent is het zeker leuk om een paar uurtjes rond te lopen (langer is niet echt nodig). En zo zijn we op het einde van de middag op het grasveld op het dorpsplein beland. Waar we in het zonnetje wat hebben gelezen en geslapen (zwaar joh, dat toeristisch doen!) Ook hier kregen we weer een hond toegewezen die de hele tijd braaf aan onze voeten lag te snurken. En even leek het huisje, boompje, beestje compleet toen er ook nog een 3-jarige dochter tussen ons in kwam zitten. Deze ging alleen weer vrij snel op zoek naar andere ouders die ze wel kon verstaan.

Prima dagje dus. En ons weekendje van vorige week is ook meteen gerechtvaardigd, want we hebben huisgenoten! Het begon met een Japans meisje op vrijdag, gevolgd door een Oostenrijkse man op zondag en zondagnacht(?) kwam er ook nog een Duitse vrouw binnen lopen. Dus het is gedaan met de rust. We zijn niet meer de baas over de afstandsbediening en bergen popcorn eten zit er ook niet meer in, want een beetje vriendelijke reiziger deelt dit.

Al dat extra volk betekent ook dat ik mijn juf voor de laatste week moet delen. Roel heeft deze week een Kazach als klasgenoot (zal ik de Boratopmerking zelf maar alvast maken?) die al 8 talen (!!!) vloeiend spreekt (zijn Spaans niet meegerekend, maar wij zouden tekenen voor zijn Spaans). Als het niet zo’n leuke man was geweest had ik hem gehaat uit pure jaloezie. Ikzelf weet nog niet zo goed wat ik van mijn klasje vind. Het gaat namelijk vooral ten koste van mijn spreektijd
 Maar het is wel eens leuk om te zien hoe ik het nou doe in vergelijking tot anderen. En dat is nog helemaal niet zo slecht. Ergens vorige week is namelijk het kwartje gevallen (“me callo la ficha”), dus praat ik ‘gewoon’ best wel een beetje Spaans! Absurd! Met dank aan alle privĂ©lessen (bij gebrek aan klasgenoten) en mijn mentor die me elke vrijdag een presentatie laat geven.

Nu zijn er nog maar drie lessen en dan ‘zit Uruguay er op’. Morgen gaan we nog op een excursie (naar de Burj al Arab) en zaterdag sluiten we af met een lunch bij Mercado del Puerto waar we dan eindelijk Parilla gaan eten... Want zondag stappen we in het vliegtuig naar Brasil; La, la, la, la, la, la, lala, Brasil!!

Weekendjeniks

Je kunt heel hoogdravend over reizen doen. Maar anno 2010 is reizen helemaal zo spannend niet meer. The road less traveled staat uitgebreid met do’s en dont’s beschreven in de Lonely Planet. En op elke ‘unieke’ plek kom je wel een grote reisorganisatie tegen die ook hen die niet maandenlang wegblijven de kans geven om het allemaal mee te kunnen maken. Met een paar drukken op je smartphone twitter je aan de hele wereld dat je de tango danst in Buenos Aires en de bijgeleverde foto levert een waarheidsgetrouwe afbeelding van jouw leven op precies dát moment.

Reizen doet iedereen. Dus kun je er maar beter jĂłuw reis van maken. Zeker als je lang van huis bent is van de ene spectaculaire plek naar het andere uitzinnig feest reizen feitelijk maar Ă©Ă©n ding: vermoeiend.

En dus is dit weekend niet gevuld met museumbezoeken en bijzondere stranden. We hoeven niet alles eruit te halen wat er in zit. Liever niet dit weekend. Dit weekend wordt reizen op onze manier.

Een weekend wat trouwens voor eeuwig lijkt te duren omdat het op vrijdagmiddag al om half twee begint met bijna 5 afleveringen van Spartacus. En ja, inderdaad. Daarvoor hĂłef je niet naar Uruguay. Maar het kan wel.

Vervolgens besluiten we om ook buiten even ons gezicht te laten zien. Niet te ver, een trip naar de McDonald’s schuin tegenover ons is ver genoeg. Moesten we daarvoor naar Uruguay? Ja, want hier hebben ze McFrappucino-met-dulce-de-leche. En vooral dat laatste maakt het heel “Uruguayverantwoord”. Dit is eigenlijk gewoon een exotisch culinaire uitspatting.

We waren al weer voor de tv beland, maar een luid getrommel lokte ons naar buiten alwaar een complete sambaband zich schuin voor de deur stond uit te leven met een hoop kabaal en veel gedans. De heren met trommels, omdat ze er zin in hadden. De minderjarige meisjes in stringbikinis vol veren, waarschijnlijk omdat ze vergingen van de kou. En zo blijkt dat je niet altijd in je Lonely Planet hoeft te kijken waar ‘the action’ is, want soms staat het gewoon voor je deur herrie te maken terwijl je Two and a half men aan het kijken bent.

Daarna maakte Roel popcorn. In Nederland heb je daar van die handige zakjes voor waar het zout –ofwel de suiker- al in zit. Maar als die-hard reizigers doen we dat hier gewoon met
 maïs! Wie had dat gedacht. Het maken van popcorn is een avontuur op zichzelf.

Zaterdagochtend begon met nog wat Spartacus en (ik durf het haast niet te typen, er is ook nog een behoorlijk substantieel deel van de ochtend opgegaan aan een Ă©Ă©n tegen Ă©Ă©n puzzlebubble-tournament, wat een reizigers zijn wij he).

Om 13u bedachten we dat we misschien toch maar even naar buiten moesten. Om onze wandeling reisverantwoord te maken zijn we empanadas gaan halen bij La taberna del Diablo (zie ook ‘tips’). En ook de churros die we daarna op de kermis verorberden gaven onze wandeling een Uruguayaans gevoel. Tussendoor hebben we nog uiterst toeristisch in een park liggen hangen. Wij in korte broek en t-shirt. De locals in winterjas met hier en daar een sjaal. Integreren doen wij alleen als het logisch is.

Ik zie jullie denken: luie donders, een beetje tv kijken en oliebolvarianten (zo kun je zowel empanadas als churros het beste omschrijven) vreten. Maar niks is minder waar, want we zijn dit keer weer een strandje verder gelopen, waardoor we uiteindelijk zo tegen 7en thuiskwamen met boodschappen en een kleine 20 km in de benen. In mijn geval op teenslippers (Roel op zijn reisverantwoorde sandalen die hij alleen draagt op lange reizen)!

Na al dit toeristische geweld hebben we snel een zak chips opengetrokken en de tv aangezet. De vitamineverantwoorde zelfgemaakte appelmoes lag helaas te verbranden in het pannetje


Vanochtend kreeg ik ontbijt op bed en heb ik schaamteloos nog een uur liggen lezen alvorens me met slaapzak en al richting de tv te begeven. En ja, een tv heb ik thuis ook. Maar deze zend 24/7 standaard 6 films tegelijk uit en ze doen er niet moeilijk over om vanaf 6 uur ’s ochtends werkelijk alle sitcoms en politieseries uit te zenden. En nee, dat heb ik niet in Nederland (Tellsell & koffietijd). En uiteraard lezen we bij alle series braaf de Spaanse ondertitels mee om dit hele gebeuren volledig voor onszelf te kunnen verantwoorden.

Inmiddels is het bijna 15u en aangezien Battlestar Galactica zojuist is begonnen zal het vandaag ook wel geen reisverantwoorde dag gaan worden. Maar we hebben de tijd en we komen hier naast het reizen ook voor onze rust. En heerlijk rustig dat is het.

Volgende week de laatste Spaanse lessen en daarna gaan we er met zware tassen weer tegenaan. For now, duik ik in mijn slaapzak achter de tv met een boek. Misschien bakken we zelfs nog wel wat popcorn!