travelnotes.reismee.nl

European trip

Na het seminar was er nog een klein groepje Europeanen over (wij, JB de Zweed en Tanja Noors-Zwitsers?) en met de komst van JB’s vrouw (Zweeds, maar met onvervalst Nederlands sarcasme) was de groep compleet.

Het plan was eerst om naar Iguazu te gaan, maar een busrit van 14 uur blijkt voor veel mensen toch een dealbreaker (amateurs!) Dus moest het iets anders natuurlijks zijn. Misschien een andere waterval? En daarna nog iets van een mooi strand?

Gelukkig hadden we een persoonlijke reaisadviseuse die al deze dingen wel kon regelen. Wanneer onze persoonlijke reisadviseuse niet druk bezig is met het boeken van onze tripjes en hotels is ze ook nog de persoonlijke reisadviseuse van de trainer van het Nationale Braziliaanse elftal. Dat jullie even een beeld krijgen van de deskundigheid en zo (en na eerst een wat “duurer” hotel voor ons geregeld te hebben, bleek ze later ook goed te zijn in het goedkopere-backpack-segment).

Eerst gingen we twee nachten naar Cambara do Sul om van daaruit twee dagtochten te maken. Cambara do Sul is vooral heel leuk omdat er (vrijwel) nooit Europeanen komen, dus die mensen waren meer dan blij om ons te zien. En wij ook. In de drogist kon het meisje achter de kassa er niet over uit dat we uit Europa kwamen en wist ze trots te melden dat ze d’r Engels van de televisie leerde (Friends). Het achtjarige jongetje op het busstation was minstens net zo praatgraag. Hij wilde ons laten geloven dat hij zijn Engels op school geleerd had, maar ik denk dat al zijn klasgenootjes niet zo goed hadden opgelet want zij spraken geen woord Engels. Een waar mysterie. Daarnaast was er de schattige, doch professionele kerstmarkt waar Tanja bijna vakkundig een papiermaché paard ombracht door er bovenop te gaan zitten voor het ultieme Kodakmoment. Dat dit niet zo soepel meer ging was grotendeels de schuld van de caipirinha’s die voor minder dan €2,- geserveerd werden bij de goddelijke pizza’s. We sliepen in drie schattige minihuisjes die uitzicht boden op een landelijk Braziliaans tafereel (wat de rijkere Brazilianen “Favellas” zouden noemen, amateurs).

Maar we kwamen om te wandelen. Op dag één zouden we al meteen een leuke hike langs een waterval gaan maken en dag twee zouden we naar dé toeristische trekpleister gaan, de Braziliaanse Grand Canyon (wederom met een waterval trouwens).

Bij aankomst een snelle lunch (Pastel met vlieg) en daarna in de 4X4. Jammer dat er geen plaats was voor iedereen dus er moest iemand achterin op het zogenaamde strafbankje. Dat werd Maria-The-World-Is-Made-For-Me ;) en de terugrit was voor mij, hopelijk niet alvast een voorproefje van verdere ritjes, want wat een ellende was het.

Eenmaal aangekomen zijn we eerst een stuk door een weiland gelopen, maar al snel waren we van steen naar steen aan het springen en voor we het wisten stonden we bovenop de waterval. De grootte was nog even onduidelijk want naar beneden spieken zou een val betekenen die iets meer zou eisen dan een wek-adviesje.

Dus vervolgden we onze tocht over steile, glibberige paadjes. Allemaal heel avontuurverantwoord. Eenmaal bovenaan staan we op een soort van grasveld met wat struikjes en zien we de waterval. Nou leek deze van boven al behoorlijk impressive, maar van een afstandje bleek hij toch nog een stukje groter en mooier. Daarnaast was er een prachtige canyon (Fortaleze) en hadden we een geweldig uitzicht.

Daarna zijn we nog naar het hoogste punt van de canyon gereden en nadat we daar eenmaal opgeklauterd waren werden we wederom getrakteerd op een prachtig uitzicht. We zaten in no time letterlijk met ons hoofd in de wolken. Deze stegen opeens zo snel op vanuit de canyon dat het wel een chemisch experiment leek.

Na deze geweldige dag, waren we benieuwd naar de volgende de dag; de beroemdere canyon: Itaimbezinho! Omdat deze trip verder eigenlijk niet zo bekend stond, moest dit wel helemaal geweldig zijn. Ik kan er veel woorden over vuil maken, maar geweldig was het dus niet.

Het probleem met toeristische trekpleisters is dat men graag wil dat zoveel mogelijk mensen deze kunnen bezoeken. En dat is natuurlijk hartstikke fijn. En ik gun iedere gehandicapte en bejaarde net zo’n geweldig uitzicht als mijzelf. En dat kregen ze ook. Want eenmaal op de plaats aangekomen (in de aanslag met muskietenspray en de bergschoenen tot aan je enkels strak gestrikt) bleek er vrij weinig te hiken. Een betegeld pad leidde ons in minder dan 20 minuten, naar een niet heel indrukwekkende waterval, die we van achter een hekje mochten bewonderen. Aan de andere kant hetzelfde verhaal en in beide gevallen waren we zeker niet de enige kijkers.

Na het hiken was het tijd voor het strand. Eerst even ‘langs’ “huis”. Wasje doen en de tas herinpakken en we waren klaar om te gaan. De trip naar Cambara was niet zo lang, maar de bussen waren redelijk slecht. Van die jaren ’80 herriedingen met leren zweetbekleding. Gelukkig konden de ramen open. Door diezelfde open ramen kon je je dan ook meteen naar buiten laten slingeren. De buschauffeurs hebben een onnatuurlijk vertrouwen in de rozenketting aan de achteruitkijkspiegel. En met God aan je zijde is het geen enkel probleem om met een noodvaart over de kronkelige bergwegen te gassen. En eerlijk is eerlijk, tijdens die rit werden we allemaal even religieus. Groot was toen ook de verrassing toen we de bus naar “Het Strand” zagen. Deze ruime geairconditioneerde bus was werkelijk prachtig.

We kwamen ’s avonds laat aan en zagen pas ’s ochtends goed waar we terecht waren gekomen. Alle toeristische strandoorden voorbij gereden en beland in een knus kustbaaitje met precies genoeg (voor Roel te veel) visrestaurantjes. Daarnaast stond het vol met vissersbootjes en was er een breed strand. En een mooie zee. En een grijze lucht.

De vierenhalve dag dat we op dit idyllische plaatsje waren hebben we zo’n 4 uurtjes zon gezien. Gelukkig was het wel warm en hebben we toch nog op het strand kunnen “schaduwen”. Maar verder hebben we ons vooral vermaakt met andere dingen.

Om te beginnen hebben we uiteraard veel gegeten. Vis voornamelijk (na alle vleesBBQ’s was dat wel even lekker) en we hebben ook genoten van de ijsbar. Daarnaast waren er veel verse vruchtensappeen. Top was de limoensap in het strandtentje waarbij de eigena(a)r(esse) (man of vrouw?) standaard met kapiteinspet op liep.

Op dag drie besloten Roel en ik op zoek te gaan naar een verborgen strand. Hoewel, verborgen. Het stond in de Lonely Planet. Maar het punt was dat het een anderhalf uur durende wandeling zou zijn, maar dat de golven het waard waren.

Uiteindelijk bleek het een pittige tocht over een berg heen te zijn. Het pad was smal, moeilijk begaanbaar en op plaatsen spekglad (zo had ik dus opeens een uitstekende tak in m’n nek hangen). Toch zagen we belachelijk veel surfers mét board voorbij komen, dus dan moest het wel de moeite waard zijn.

Nou dat was het ook. Prachtige baai met gruwelijke golven. En veel surfers dus. Helaas was het al laat, dus was het niet heel druk meer. Maar toch nog wat goede surfmoves gezien. Eenmaal terug bij ons huisje bleek ik onder de muggenbulten te zitten (Roel had daarentegen zoals altijd wanneer ik in de buurt ben maar 1 bult).

Dat huisje was trouwens ook een verhaal apart. Twee slaapkamers en een extra bed voor Tanja in de woonkamer. Ik kan er niet echt de vinger opleggen, maar het had een beetje een vreemde vibe (eerie). Het rook ook een beetje naar dode mensen en zo (en Maria’s kussen naar plas). Dus echt gezellig voelde het niet.

Gelukkig was er de laatste dag. Genoeg mogelijkheden om leven in ons doodse huisje te brengen. Want naast grijs was het ook nog koud en nat. Leuk zo’n tropisch oord. Dus hebben we de hele dag aan de keukentafel zitten kaarten en noodles gegeten. Behalve Roel, want die was de eerste helft ziek. Dengue (die ene bult!)!

Al met al was het toch heel gezellig en prima om even weg te zijn na al die weken in het drukke Porto Alegre en omgeving.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!